Vraag & antwoord

Als de uitstoot van broeikasgassen in hetzelfde tempo doorgaat, wordt het steeds warmer op aarde. Met grote gevolgen voor mens, natuur en milieu. Zo is de gemiddelde temperatuur van de aarde in de afgelopen 130 jaar met 1 graad gestegen. In Nederland met zelfs 1,7 graden. Dat blijkt uit onderzoek van het IPCC. We krijgen daardoor vaker last van extreem weer. Er komen meer stortregens, zwaardere stormen of juist lange drogere en hete perioden. Nederland is extra kwetsbaar voor overstromingen omdat ons land voor een groot deel onder de zeespiegel ligt. En de aanleg van hogere dijken is heel kostbaar. Ook kan klimaatverandering leiden tot een tekort aan drinkwater of voedsel. Daardoor ontvluchten steeds meer mensen hun regio of land. Dit kan gevolgen hebben voor de Nederlandse handel, die sterk afhankelijk is van de wereldeconomie. Het veranderende klimaat kan ook nadelig zijn voor onze gezondheid. Denk aan luchtwegproblemen door luchtvervuiling, of meer allergieën. Door veranderingen in temperatuur, vochtigheid en neerslag kunnen infectieziekten ook meer ruimte krijgen.

Kernenergie is mogelijk een oplossing voor de lange termijn (vanaf 2030) en niet voor de korte termijn (tot 2030). De Rijksoverheid heeft momenteel al drie locaties aangewezen waar eventueel een kerncentrale gebouwd kan worden (bij Borssele, op de Maasvlakte en bij de Eemhaven). Maar op dit moment zijn er geen bedrijven die hierin willen investeren en de bouw van een centrale duurt minimaal zo’n 20 jaar. Bij de bouw van kerncentrales in het buitenland zien we ook veel grote kostenoverschrijdingen en jarenlange vertragingen.

De RES gaat daarom in op oplossingen die wél binnen onze invloedsfeer en binnen de mogelijkheden van de regio liggen.

Zo’n 60% van de landelijke opgave voor groene stroom wordt tot 2030 al door wind op zee gerealiseerd. De overige 40% – de opgave van de RES – moet op land opgewekt worden. Het gaat dan om 35 TWh. We hebben de zee namelijk ook nodig voor andere functies, zoals visserij, scheepsroutes, natuur, mijnbouwactiviteiten. Daardoor moeten we ook hernieuwbare elektriciteit op land opwekken, om het doel te bereiken. Windenergie op land is op dit moment volgens het Planbureau van de Leefomgeving ook een van de goedkoopste en meest efficiënte bronnen van duurzame elektriciteit en daarmee onmisbaar in de omvorming van het energiesysteem.

In het Klimaatakkoord van Parijs zijn in 2015 daarom wereldwijd doelen afgesproken om de uitstoot van broeikasgassen terug te brengen om de opwarming van de aarde te temperen. Tijdens die Klimaattop is afgesproken om de opwarming mondiaal beperkt te houden tot maximaal 2 graden en te streven naar 1,5 graad ten opzichte van het pre-industriële tijdperk. De temperatuur in Nederland is in de afgelopen drie decennia al toegenomen met gemiddeld 1,1 °C. Dat is ruim twee keer zo veel als de toename van de wereldgemiddelde temperatuur in dezelfde periode. De ingrepen die we moeten doen, zijn bedoeld om klimaatverandering tegen te gaan. Hoe verder we maatregelen voor ons uitschuiven, hoe hoger de kosten van klimaatverandering worden. En we zullen het samen doen, met álle landen op aarde. Alle bijdragen zijn nodig, hoe klein ook. Daarnaast zijn er ook nog allerlei andere positieve effecten van de ingrepen in ons land. Door bijvoorbeeld nu te investeren in een schone industrie, wordt de concurrentiepositie van bedrijven in de toekomst beter en dat is goed voor de werkgelegenheid en de economie. Investeringen in energiebesparing voor bedrijven en huishoudens leveren op termijn ook geld op: de energierekening wordt lager. Daarnaast krijgen we er schonere lucht door en nemen andere milieuproblemen af.

 

Net als voor windmolens geldt dat voor zonnepanelen plek gemaakt moet worden. Een logische keus zijn daken, maar niet elk dak leent zich hiervoor. Daarom worden nu steeds meer zonnevelden aangelegd. Daarnaast leveren zon en wind op verschillende momenten energie. Juist inzetten op de combinatie van beiden is goed voor de leveringsgarantie van energie.

Windenergie op zee wordt inmiddels aangelegd zonder subsidie (overigens betaalt het rijk wel de 'stopcontacten op zee' om de stroom aan land te krijgen). Windenergie op land en zonne-energie hebben op dit moment nog subsidie nodig om uit de kosten te komen. Die subsidie wordt uitgekeerd per opgewekte duurzame kWh, de kosten van de bouw van een windpark of zonneveld worden privaat gefinancierd. Op dit moment ontvangt wind op land ongeveer € 0,04/kWh en zonne-energie ongeveer 0,05 €ct/kWh. De kosten van beide technieken dalen wereldwijd echter snel en verwacht wordt dat in de toekomst zogenaamde 'grid parity' wordt bereikt en parken zonder subsidie kunnen worden aangelegd.

Nee. Op de Nederlandse elektriciteitsmarkt zijn zowel binnenlandse als buitenlandse spelers actief. De 'grote drie' Essent, Eneco en Vattenfall zijn respectievelijk Duits, Japans en Zweeds eigendom. Maar er zijn ook diverse Nederlandse ontwikkelaars van wind- en zonneparken en steeds meer energiecoöperaties ontwikkelen wind- en zonneparken, waardoor omwonenden van de opbrengsten kunnen profiteren.

Bovendien is het op de wereldmarkt dagelijkse praktijk dat buitenlandse investeerders in Nederland investeren en Nederlandse in het buitenland. Over en weer profiteren ze soms van subsidies, daarin is de energiemarkt niet anders dan bijvoorbeeld de landbouwsector.

De focus ligt op bewezen technieken voor de opwek van hernieuwbare energie. Dus vooral op zon- en windenergie. Als gewacht moet worden op nieuwe technieken, dan wordt de opgave om de doelen uit het Klimaatakkoord steeds moeilijker te halen, zo niet onhaalbaar. Want we moeten niet alleen in 2050 de CO2-uitstoot met 95% hebben beperkt, we moeten ook in 2030 die uitstoot al met 49% hebben teruggedrongen. Als we die laatste doelstelling niet halen moeten we in kortere tijd meer doen. Kosten zullen hierdoor flink toenemen. Zowel in het versneld toepassen van duurzame technieken als in de kosten voor het beheersen van de gevolgen van klimaatverandering. 

De RES wordt om de twee jaar geactualiseerd. Zo kunnen nieuwe ontwikkelingen worden meegenomen. Windmolens en zonnepanelen staan er overigens niet voor eeuwig. In de toekomst zullen ze wellicht plaats maken voor slimmere oplossingen. Tot die tijd hebben we ze nodig.

Deze vraag is moeilijk eenduidig te beantwoorden, internationale studies laten verschillende resultaten zien. De waarde van woningen wordt bepaald door vele factoren, waarbij de aanwezigheid van windmolens er een kan zijn. Nederlands onderzoek laat zien dat windturbines in een straal van 2 kilometer van woningen tot een waardedaling van 2% kunnen leiden. Dit is echter geen vaststaand gegeven.

Mocht een woningeigenaar een waardedaling vermoeden als gevolg van de bouw van windturbines, dan kan deze een planschadeclaim indienen bij de gemeente die het windpark heeft vergund. Daarbij geldt een 'eigen risico' van 4% voor het vergoeden van de schade.

 

Om nadelige gezondheidseffecten als gevolg van geluid te voorkomen zijn in Nederland normen opgesteld die een bepaalde kwaliteit van de leefomgeving waarborgen.

Het RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu  heeft onderzoek gedaan naar de gezondheidseffecten van het geluid van windturbines. Het RIVM heeft dat gedaan door alle wetenschappelijke literatuur tussen 2017 en 2020 over de gezondheidseffecten van het geluid van windturbines te analyseren en te evalueren.

Hinder en slaap zijn de meest onderzochte effecten van windturbinegeluid. Sinds een aantal jaren is er meer onderzoek beschikbaar over de effecten op het hartvaatstelsel en de stofwisseling.   

Uit het overzicht van de wetenschappelijke onderzoeken blijkt dat er een duidelijke relatie bestaat tussen het geluidniveau van windturbines en hinder.

Er is geen eenduidig bewijs  gevonden voor een relatie met slaapverstoring: met andere woorden de ene studie vindt wel een effect en de andere niet.

Voor andere gezondheidseffecten zoals hart- en vaatziekten, stofwisselingsstoornissen, mentale gezondheid en cognitieve effecten is niet voldoende bewijs gevonden. Dit kan betekenen dat er geen relatie is, er nog onvoldoende onderzoek gedaan is, het onderzoek van lage kwaliteit is, of dat er tegenstrijdige resultaten zijn.

Voor meer informatie: Windmolens en gezondheid | RIVM

Windmolens en zonnevelden kunnen effect hebben op fauna en dit wordt dan ook zeer goed onderzocht in de milieueffectrapportage (MER) die moet worden uitgevoerd voordat een vergunning voor een wind- of zonnepark wordt verleend. Als de gevolgen voor de natuur te groot zijn moet dit worden gemitigeerd (bijvoorbeeld door het stopzetten van molens tijdens vogeltrek of schemering, als vleermuizen actief zijn) of gecompenseerd (als natuurgebied wordt verwijderd om de aanleg mogelijk te maken, moet elders een vergelijkbaar stuk natuur worden aangelegd).

Ja. Voor productie en transport van windmolens wordt energie gebruikt, die de windmolen na 3 tot 6 maanden draaien heeft 'terugverdiend'. Na die periode draait een windmolen dus zonder uitstoot van CO2 of andere milieuschadelijke emissies.

Er is een markt voor tweedehands windturbines: als ze in Nederland aan het einde van hun levensduur zijn, kunnen ze op andere plekken een tweede leven krijgen. Daarnaast kunnen windturbines al voor 85% tot 90% worden hergebruikt. De meeste onderdelen van een windturbine - de fundering, toren, onderdelen van de versnellingsbak en generator - zijn recyclebaar en worden als zodanig behandeld. Zie voor meer info https://windopzee.nl/faq/veelgestelde-vragen/

Op dit moment kunnen ook van zonnepanelen al diverse materialen  en de bijbehorende apparatuur worden hergebruikt. Het glas van de zonnepanelen is bruikbaar in de secundaire glasindustrie, bijvoorbeeld voor glaswol als isolatiemateriaal. De metalen als koper uit de bekabeling en het aluminium uit de frames wordt ook hergebruikt. Andere materialen worden gescheiden en op een veilige manier afgevoerd. Verwacht wordt dat in de toekomst een recycling van meer dan 95% van een zonnepaneel mogelijk is. Voor informatie zie https://hollandsolar.nl/over-zonne-energie/recycling

Cookie-instellingen